In het volgende bericht staat het standpunt van Leergeld Nederland beschreven: ‘De nieuwe wet vrijwillige ouderbijdrage werkt ongelijkheid in de hand’ (nationaleonderwijsgids.nl).
Samengevat:
“Het uitgangspunt van de wet is heel
mooi: hij streeft kansengelijkheid na. Toch werkt de wet juist
kansenongelijkheid in de hand. Een gevolg is namelijk dat er scholen zijn die
minder vaak of helemaal geen excursies meer organiseren. Omdat ouders de bijdrage
niet meer betalen en scholen daardoor te weinig geld binnenkrijgen. Dat gaat
vaak om scholen met kinderen die het thuis al minder breed hebben. Zij kunnen
een leuk uitje juíst gebruiken, want ze gaan bijvoorbeeld ook weinig op
vakantie.
De scholen waar wel genoeg ouders de
vrijwillige ouderbijdrage betalen, blijven de uitjes organiseren. Het verschil
tussen de scholen, en daarmee de kinderen, wordt door de wet dus groter. Nou is
het niet zo erg als de reis naar Egypte verandert in een reis naar Frankrijk,
maar het is wel erg als een school niets meer kan organiseren. Als zelfs het
Sinterklaasfeest in het geding komt.”
“Scholen krijgen van de Rijksoverheid
elk jaar budget voor de kosten van materiaal en personeel. Dat heet de lumpsum.
De overheid zou dat bedrag kunnen verhogen met een aparte geldstroom voor extra
activiteiten, die nu onder de vrijwillige ouderbijdrage vallen. En dan
specifiek voor scholen die het minder breed hebben.
Wij zijn ook voor betere afspraken
over het minimum aan extra activiteiten dat scholen organiseren. Een soort
basiseducatienorm. Nu bepalen scholen zelf wat ze doen aan extra activiteiten.
De ene school regelt één reis per jaar, de andere vier. Wat nou als we zeggen:
elke middelbare school organiseert minimaal één reis per vastgesteld aantal
schooljaren binnen Europa met een educatief doeleinde? En dan zorg je als
overheid dat je scholen helpt die het niet redden met de reguliere gelden,
scholen met kinderen van ouders die de vrijwillige ouderbijdrage niet kunnen
betalen.”